Van de marine naar de radiologie: Mathias maakt als bijna afgestudeerd radiodiagnostisch laborant de overstap van technische dienst bij Defensie naar het ziekenhuis. In dit interview vertelt hij hoe hij zijn plek vond bij St. Antonius – en waarom hij niet meer weg wil.
Van Defensie naar de zorg
“Hiervoor zat ik bij de marine, bij de technische dienst. Superleuk werk, maar ik merkte: dit is het toch niet helemaal voor mij,” vertelt Mathias. “Ik wilde iets in de zorg doen, en het liefst iets waarin ik mijn technische achtergrond kon gebruiken. Zo kwam ik uit bij de opleiding tot radiodiagnostisch laborant.”
Grappig genoeg zijn er ook overeenkomsten tussen beide werelden: “Bij de marine werkten we met radiogolven, bijvoorbeeld voor antennes en communicatiesystemen. In de radiologie werk je ook met straling – het principe is vergelijkbaar, alleen het doel is totaal anders.”
Van fulltime werken naar leren in de praktijk
Een nieuwe studie beginnen terwijl je al werkt, een eigen huis en auto hebt, is niet vanzelfsprekend. “Daarom koos ik voor de duale opleiding,” legt Mathias uit. “Je volgt de opleiding intern, bent 4 jaar in dienst bij het ziekenhuis, en leert het vak grotendeels in de praktijk. Ideaal, want je krijgt meteen salaris én je doet veel ervaring op.”
De eerste maanden volg je vooral lessen: “Je start met de basistheorie in de schoolbanken. Daarna werk je drie weken op de afdeling en ga je één week naar school. Alles wat je leert, pas je meteen toe. Dat vond ik heel herkenbaar vanuit Defensie – leren door te doen.”
In het laatste jaar werk je aan je afstudeeropdracht. “Dan ga je nog één dag per week naar school, fysiek of online. Ik zit nu in die fase. Het was pittiger dan ik had verwacht, vooral de theorie. Er zit veel berekening en wiskunde bij.”
Afwisseling in techniek, team en patiënten
Het grootste verschil met zijn vorige werk? De omgang met patiënten. “Daar stond ik van tevoren niet zo bij stil. Maar juist het patiëntencontact maakt dit werk voor mij zó waardevol.”
“Als laborant heb je maar een korte tijd om contact te maken, soms maar vijf minuten. En toch kun je in die korte tijd veel betekenen. Even een grapje maken, iemand geruststellen, een luisterend oor. Zeker op de CT – daar komen mensen vaak in een spannende tijd, omdat de uitslag veel kan betekenen.”
“Als ik straks klaar ben met de opleiding, doe ik even helemaal niks aan bijscholing,” zegt Mathias lachend. “Vier jaar geleden had ik zin om de boeken in te gaan, nu heb ik vooral zin om weer uit de boeken te gaan. Gelukkig bevalt het werk me heel goed, en het team is top. We doen ook buiten werktijd leuke dingen samen, zoals etentjes of feestjes. Voor mij is dat echt wat maakt dat ik hier wil blijven.”
In de opleiding maak je kennis met verschillende 'modaliteiten', oftewel beeldvormende technieken zoals CT, MRI, echo, bucky (röntgenfoto’s) en interventieradiologie. “Het is best een groot team, dus in het begin dacht ik regelmatig: heb ik jou al eerder gezien?”
“Een foto maken” is veel meer dan op een knop drukken
Zijn voorkeur ligt nu bij de bucky. “Dat is de meest laagdrempelige modaliteit. Ik vind het erg leuk werk én ik begeleid nu ook laboranten in opleiding bij hun eerste kennismaking met röntgen en stralingsveiligheid.”
“Veel mensen denken dat een röntgenfoto maken simpel is. Maar er komt best wat bij kijken,” legt Mathias uit. “Je houdt rekening met wat er onderzocht moet worden, wat de arts vraagt, of de patiënt bijvoorbeeld infusen of drains heeft, en wat die persoon zelf kan qua houding of beweging.”
“Daarnaast zien we veel spoedpatiënten. In Nieuwegein doen we relatief veel hart-, long- en vaatonderzoeken. In Utrecht zijn het vooral trauma’s, omdat daar de traumachirurgie zit. Dat zorgt voor veel afwisseling in het werk.”
“Voorlopig heb ik genoeg uitdaging in mijn vak. Maar als ik mezelf later wil verbreden, zou ik misschien wel een master in de echografie willen doen,” zegt Mathias. “Dat is weer een heel andere tak van sport. Maar dát is juist het mooie aan dit beroep: je kunt altijd blijven leren.”