Ik werk nu bijna drie jaar in het St. Antonius als farmaceutisch medewerker, waarvan één jaar als robotoperator. Daarvoor werkte ik bij Kawasaki, een bedrijf in motoronderdelen, als magazijnmedewerker. Een heel andere wereld, maar er zijn ook overeenkomsten.Toen mijn dochter in 2020 werd geboren en een week op de IC van het WKZ lag tijdens corona, zag ik hoe belangrijk de zorg is. Ik was onder de indruk van de medewerkers én van hoe belangrijk medicatie is. Dat raakte me zo dat ik in 2022 de overstap maakte naar het ziekenhuis. Ik solliciteerde, werd aangenomen en volgde intern de opleiding tot farmaceutisch medewerker.
Afwisselend werk
In mijn vorige werk scande ik ook veel en werkte ik met systemen. Dat herken ik nu terug. Maar het is ook heel anders. Binnen de klinische farmacie werken we bijvoorbeeld altijd volgens het vierogenprincipe: alles wordt nog een keer gecontroleerd door een collega. Dat geeft zekerheid, want fouten kunnen grote gevolgen hebben.
Mensen denken soms dat dit werk saai is, maar dat is niet zo. Het is juist afwisselend. Ik werk op twee locaties. De ene dag maak ik 600 spuiten klaar, de andere dag zet ik grondstoffen klaar (VTGM) , soms sta ik de hele dag bij de robot of het klaarzetten van protocollen.
Samenwerken met de robot
De robot is nu anderhalf jaar in gebruik en ik werk er vanaf het begin mee. Ik zie hem echt als een collega – ik klets er soms zelfs tegen. Voor mij voelt het alsof we samenwerken. Het grootste voordeel is dat de robot veel tijd scheelt en bijna geen fouten maakt.
Het proces gaat zo: de arts zet via het elektronisch patiëntendossier een opdracht door naar de apotheek. De ziekenhuisapotheker controleert dit en daarna kijkt een Assistent Verantwoordelijk voor Vrijgifte (AVV) of de robot het kan bereiden. De AVV selecteer de opdracht en de robot geeft aan wat ik moet doen. Alles wordt daarna weer gecontroleerd door de AVV en wij brengen de medicatie naar de verpleegafdeling. Als er spoed is, kan dit in een kwartier tot een half uur klaar zijn.
Bijdragen zonder direct patiëntencontact
Ik heb in mijn werk weinig direct contact met patiënten, maar je voelt wel voor wie je het doet. Soms zie ik in de gegevens dat het gaat om een baby van vier uur oud. Of ik loop naar de Dagbehandeling van het Kankercentrum met medicatie en zie de patiënten daar zitten. Dat komt binnen, maar het geeft ook motivatie. Je hebt echt een belangrijke taak.
Verder leren
Binnenkort begin ik aan de BBL-opleiding tot apothekersassistent. Die duurt anderhalf jaar. Dan ga ik van 36 uur naar 28 uur werken en één dag per week naar school. Ik loop stage bij de poliklinische apotheek. Dan mag ik niet alleen met de robot werken, maar ook andere bereidingen doen en door te groeien.
Mijn zoontje vindt het grappig dat ik weer ga leren. Hij vroeg: “Ga je dan met mij mee naar de basisschool?”
Thuis in Nederland en in het ziekenhuis
In 2014 ben ik vanuit Sierra Leone naar Nederland gekomen, voor mijn vrouw. We hebben nu twee kinderen. Ik spreek goed Nederlands omdat we thuis altijd Nederlands praten en omdat ik elke dag het nieuws kijk. Ik ben gek op voetbal en politiek. Ook ga ik elke dag op de fiets naar mijn werk: een uur in de buitenlucht. Lekker Nederlands.
Ons team is sterk, multicultureel en heel gezellig. In de zomer hebben we bijvoorbeeld een barbecue bij iemand thuis. We gaan ook vaak samen uit eten of doen spelletjes. Dat maakt het werken in de klinische apotheek nog leuker.
Wil je meer weten over werken binnen de afdeling farmacie van het St. Antonius Ziekenhuis? Lees dan verder.